Nathalie van den Beemt
Devona Wateringen
Ken je zo’n turnster, die met eigenlijk “simpele” basisoefeningen wint? Of juist zo’n hele sterke turnster, met allerlei bijzondere elementen op brug, maar niet hoog scoort? Dat voelt soms een beetje oneerlijk, maar… De turnsport is nu eenmaal een jurysport! En ja, dat is best ingewikkeld! Het opleiden van een succesvolle wedstrijdturnster kent vele facetten. Enerzijds is het wedstrijdturnen een grote fysieke en mentale krachtmeting, anderzijds is de praktische kant van het aanleren en/of samenstellen van de juiste oefeningen minimaal even belangrijk. Het klaarstomen van de wedstrijdturnster, en dus het creëren van haar wedstrijdoefeningen, vraagt om slimme keuzes. Dat zal Vincent Wevers, de vader en coach van Sanne Wevers, beamen! Als turncoach is veel verstand hebben van alle turntechnieken dan ook niet genoeg. Een succesvolle coach weet ook veel van de sport vanuit juryoogpunt. Want… Een turnster met de knapste en moeilijkste oefeningen, is nog niet vanzelfsprekend de winnares!
1. Benut de kwaliteiten van jouw turnster
Een van de beste voorbeelden hiervan is onze eigen Olympische kampioene Sanne Wevers. Sanne turnde een volledig anders samengestelde oefening dan haar uiteindelijke concurrente Lauren Hernandez. Hernandez en, Olympisch kampioene op de meerkamp, Simone Biles turnden op balk “power-oefeningen” met grootse, acrobatische elementen, terwijl Wevers een gracieuze, balletachtige show gaf op Olympisch podium. Haar coach en vader Vincent Wevers, heeft ingespeeld op de kwaliteiten van zijn dochter: balans-gratiepirouettes-ritme-verbindingen. Haar oefening voldeed aan alle samenstellingseisen en haar moeilijkheid werd met name opgeschroefd door slimme, verrassende verbindingen van pirouettes en danselementen. Dit bleek de perfecte tactiek: Het werd Olympisch goud!
2. Kies slimme, stabiele elementen om de samenstellingseisen te turnen
De samenstellingseisen vormen de belangrijkste basis van iedere oefening. Kies de juiste elementen, passend bij de turnster, om de eisen op relatief eenvoudige wijze te turnen. Maak dit niet onnodig ingewikkeld, en kies voor zuiverheid en stabiliteit.
3. Plak elementen slim achter elkaar! Op ieder toestel worden verbindingswaarden bepaald.
Het is slim om te bekijken per toestel welke elementen door de turnster relatief eenvoudig achter elkaar kunnen worden “geplakt”. Op die manier hoeft de turnster geen moeilijke extra elementen te turnen, maar wordt de uiteindelijke “difficulty-score” toch opgeschroefd. Binnen Supplement D zijn er bijvoorbeeld op vloer verschillende verbindingen te turnen, die al snel bijdragen aan de moeilijkheidswaarde. Voorbeelden:
- Met de series: Verbind een overslag-salto met een sisonne = + 0,1 verbindingswaarde
- Met pirouettes & sprongen: verbind een gewone 1/1 pirouette met een spagaatsprong 1/2 = + 0,1 verbindingswaarde
- Creëer gymnastische series: verbind wisselspagaat+wisselspagaat 1/2+spagaat 1/2 = B+C+B = 0,2 + 0,2 = + 0,4 verbindingswaarde in totaal
4. “Trucjes-turnsters ” winnen niet
Heel veel moeilijkheid in de oefening, geeft niet altijd het hoogste eindcijfer. Vind daarom altijd de balans tussen de “E” & “D”-score. Met veel moeilijke, maar slordige elementen, wordt vaak veel aftrek gegeven. Op balk levert een knappe flikflak (B-waarde) extra moeilijkheid op. Maar wanneer de flikflak kromme armen, kromme benen of een grote wankel heeft, geeft dit veel aftrek in de E-score. Benader deze afweging als een jurylid: Wat levert het toevoegen van het element voor de D-score op? En wat is de verwachte aftrek? Is het element de moeite waard? Voor een beter eindresultaat moet dus de balans worden gevonden tussen de Moeilijkheid (Difficulty-score) en de Netheid (Execution-score). Verbeter het “trucje” eerst in de training.
5. De turnsport blijft een show-sport!
Ook al zijn de meeste turnsters tegenwoordig echte krachtpatsers, binnen de jurysport weegt elegantie, presentatie, expressie, zelfvertrouwen en ritmisch bewegen nog steeds mee voor het eindcijfer. Als coach is het ook zeker zinvol om hier – met name op balk en vloer – veel aandacht aan te besteden. Op balk en vloer let de jury op de artistieke kwaliteiten van de turnster en van haar oefening. Zorg voor een ritmische, originele en overtuigende oefening. En… Daar is zelfvertrouwen voor nodig! Dus dat betekent dat ook hier op getraind moet worden. Dit hadden de coaches van de Orange Elegance goed begrepen. Het vijftal presenteerde zich zeer overtuigend en met originele oefeningen aan de jury. Met name Eythora Thorsdottir vormt sinds Rio wereldwijd een inspiratiebron voor turnsters en coaches.
6. Turn “precies” voldoende elementen
Per supplement is bepaald hoeveel waarde-elementen tellen. Dit is belangrijk om in de gaten te houden met het samenstellen van de oefeningen. Op vrijwel ieder element kan een turnster aftrek krijgen, ook als het element niet meer meetelt voor de bepaling van de moeilijkheidswaarde. Met te veel elementen, met ook nog eens weinig waarde (bijvoorbeeld (T)Aelementen), krijg de turnster dus onnodig extra aftrek. Te weinig elementen is echter ook weer “tricky”. Er bestaat altijd een kans dat een element technisch te slecht wordt uitgevoerd, waardoor de jury het element niet erkent en afkeurt. Met te weinig erkende elementen, loopt de turnster het risico om 4 punten neutrale aftrek te krijgen en dat is natuurlijk evengoed zonde! Dus als de “beste 7 elementen tellen”, kies dan voor de slimste +/- 8 elementen in haar oefening! Dan ontstaat niet snel het probleem van te weinig elementen, maar krijgt zij ook geen onnodige aftrek op overbodige elementen.
Alle liefhebbers van de turnsport blikken trots terug op de Olympische Spelen in Rio. Wat een prestatie én presentatie van de Nederlandse delegatie. Eythora Thorsdottir, Sanne & Lieke Wevers, Vera van Pol en Celine van Gerner, hebben als “Orange Elegance” een onuitwisbare indruk achtergelaten. Uiteraard alle vijf super goede en sterke turnsters, maar bovenal een team met erg nette, verzorgde, gracieuze en hele SLIMME oefeningen.